Lustrum komt uit het Latijn. Het duidde daar aanvankelijk een reinigingsoffer aan, en dan specifiek een offer dat bepaalde ambtenaren brachten na een ambtstermijn van vijf jaar. Daardoor kreeg Lustrum de betekenis “periode van vijf jaar”, die later in het Nederlands is overgenomen.

 

Van oudsher kon Lustrum ook in het Nederlands elke willekeurige periode van vijf jaar aanduiden, zonder dat het om een jubileum(viering) ging. Je kon het dan bijvoorbeeld hebben over het afgelopen Lustrum, oftewel “de afgelopen vijf jaar”. Dat gebruik is nu zeldzaam.

 

Als een bedrijf of (studie)vereniging vijf jaar bestaat, viert het zijn of haar eerste Lustrum. Bij het tienjarig bestaan wordt het tweede Lustrum gevierd, enz. Het rangtelwoord dat voor Lustrum staat, is dus het zoveeljarig bestaan gedeeld door vijf.

 

Bron: https://onzetaal.nl/taalloket/lustrum